Hij denkt dat ik een soort Haagse spion ben, gezonden om te bestuderen wat er allemaal niet goed gaat binnen de school. En dat hij me nu heeft ontmaskerd.
Ik scoorde laag op vervelend doen; volgens de leerlingen van de vijfde ben ik best chill; kun je met me lachen, mopper ik zelden en ben ik nooit uit mijn humeur.