Lesje
22 september 2022Met opstaan en vallen
22 september 2022Rondje om de plas
Auteur: Karin Westerbeek
‘Ze krijgen gewoon te weinig betaald; je kunt er nog geen roeiboot van huren’.
‘Die verrekte nationale examens, en dat je daarna niet weet of je een baan krijgt in de Algarve of in Trás-os-Montes’.
‘Het onoverzichtelijke stelsel van opleidingen – je hebt geen idee waar je zijn moet.’
‘Prima baan als je het niet erg vindt om de hele winter je jas aan te houden’.
We zitten onder de bomen aan het Lange Voorhout, op Parijsachtige stoeltjes aan witgedekte tafeltjes heerlijk te eten. EUNEC, het Europees verband van onderwijsraden, is bijeen in Den Haag. En dat hebben wij van de Onderwijsraad georganiseerd. Hoewel de avond zwoel is en de wijn lekker, is de stemming toch een beetje bedrukt. Mia, de secretaris-generaal van EUNEC, neemt afscheid. Maar vooral: het schreeuwende lerarentekort manifesteert zich. Niet alleen in Nederland maar bijna overal. In Spanje speelt het nog nauwelijks. Maar in andere landen wordt het steeds erger. En iedereen heeft andere verklaringen. Salaris. Opleidingen. Werkdruk.
Eén oorzaak komt steeds weer terug. De toegenomen verwachtingen van ouders en maatschappij van wat een leraar moet doen en kunnen. Verwachtingen die onmogelijk allemaal waargemaakt kunnen worden, waardoor leraar een beroep geworden is van – zo zegt mijn tafelgenoot – oneindig falen. Want nee, je hebt aan het eind van de dag niet aan alle verschillen tussen leerlingen recht kunnen doen. Je hebt niet kunnen voorkomen dat een leerling werd gepest. Je hebt de aanwezigheid van die jongen met adhd niet als een kans gezien maar als lastig. Je hebt gewoon je lesboek gebruikt in plaats van authentieke teksten opgezocht die zijn toegesneden op het niveau van elke leerling. Je hebt Elyse afgekapt terwijl ze eindelijk eens iets wilde vertellen en je bent vergeten om alvast aandacht te schenken aan Keti Koti dat komende week op school gevierd wordt. En van de zeven ouders die vandaag graag een gesprek wilden, heb je er maar vijf kunnen bellen.
Ik zit met een van mijn beste vriendinnen op een bank in het park. Over EUNEC vertel ik. En over het lerarentekort. Zij vertelt over haar dochter Helen in 4vwo. Een leerling van de school waar ze op zit, postte – ik weet niet via welk medium – nare, racistische grappen en roddels over leraren. De dochter had één van die berichtjes geliked. De verspreider van de roddels werd voor twee weken van school geschorst. En Helen kreeg een reprimande van een docent die onderwerp was geweest van de online pesterij: Door het liken van dat soort berichten draag je er zelf ook aan bij, had hij gezegd, en ben je medeverantwoordelijk voor een onveilige sfeer op school. Maar de toon van de leraar was – zo zei mijn vriendin – fel geweest, en dochter kwam huilend thuis. Vriendin vond dat de leraar slecht gehandeld had door haar dochter zo fel aan te spreken en ging verhaal halen. Ze vroeg een gesprek aan, en kreeg dat ook. De volgende middag, om 4 uur.
‘Daar moest ik dus vrij voor gaan nemen. Die man wou niet ’s avonds. Dat vond ik al raar, want het was best dringend. Nou ja, ik vraag hem dus: wat denk je dat dat met zo’n meisje doet, als je haar zo aanspreekt?’
Ik verslik me in mijn thee. ‘Maar die leraar was online belachelijk gemaakt. Die man is daar dan toch door aangeslagen?’
‘Ja… maar hallo. HÃj is de leraar. Hij moet de professional zijn, toch? Hij moet zich gewoon inhouden als hij met leerlingen praat. Dus ik heb tegen hem gezegd: Toni, je ziet toch wel dat dit niet kan zo? je moet echt even wat empathischer zijn. Je moet echt je excuses aanbieden aan Helen. Want dit dóet iets met zo’n kind. Hij een beetje schutterig zo van, ja maar, ik was zelf ook geëmotioneerd en zo. Ik zeg tegen hem: nee, dat is echt geen excuus. Jij bent hier de leraar, de volwassene. Jij bent hier aan zet. Dus jij moet zorgen dat het weer goed komt tussen jou en Helen. Anders blijft het zo hangen tussen jullie, weet je. Dus ga gewoon deze week een keer een wandelingetje met haar maken in de pauze of zo. Nee, niet te lang mee wachten. Gewoon een rondje om de plas. Dat je even naar haar kunt luisteren, dat ze haar verhaal kan doen. En dan rustig excuses maken, dan komt het heus weer goed. Ja, raar he, dat ik daar dan mee moet komen. Dat kan zo’n man toch ook zelf verzinnen?’
Of ik meega naar de bioscoop donderdag, vraagt ze. Nee, lieg ik, ik kan niet, sorry: oudergesprekken.