Rondje om de plas
22 september 2022Hoogbegaafd
22 september 2022Met opstaan en vallen
Auteur: Karin Westerbeek
Hoe het gaat, vraagt raadslid René Kneijber me voorafgaand aan de raadsvergadering. Hij volgt met interesse mijn eerste stappen op het leraarspad. En ik heb zijn boeken over orde houden stukgelezen. ‘Goed….’ zeg ik. ‘wel…’
Ik wou dat hij me die vraag twee dagen geleden had gesteld en niet vandaag.
Het was een week vol zonnigheid, op school. Maandag had ik het beoordelingsgesprek met de supervisor van mijn opleiding. De week ervoor was ze komen kijken bij een schrijfles die ik in 5 vwo gaf. Het is lang geleden dat ik zo de hemel in geprezen werd. (Ik denk dat het geweest moet zijn toen ik zwemdiploma A haalde.) Ik had zúlke grote stappen gezet tussen het begin van het jaar en nu. Ze had nog nooit bij een student een les gezien die zo goed op wetenschappelijke literatuur gebaseerd was als de mijne. De leerlingen waren zo goed en actief bezig geweest. Ik had schijnbaar moeiteloos de regie. De sfeer in de klas had ze ervaren als prettig en betrokken. Kortom: startbekwaam, absoluut, geen greintje twijfel.
Deze week verliep de les in 5v zo mogelijk nog beter dan de les die ze gezien had. En zonder morren vulden ze de ellenlange stellingenlijst over mijn functioneren in. De resultaten van deze VIL (Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag) waren erg goed; ik zat te stuiteren op mijn stoel toen ze uit het analyseprogramma rolden. Mevrouw Westerbeek is aardig, hulpvaardig, het is steeds duidelijk wat er van me verwacht wordt, ze legt het met plezier nog eens uit, ze heeft hoge verwachtingen van de leerlingen en ze treedt niet aarzelend op. Oké, ze gaven ook aan dat mevrouw Westerbeek wel moeite heeft om de klas stil te krijgen en dat gezag af en toe nog wel een dingetje is.
‘Als de leraar vraagt of het stil kan zijn praten we toch door’  nooit 1 – 2 – 3 – 4 – 5 altijd
Maar lang niet alle leerlingen vonden dat. En er stond ook tegenover dat ik laag scoorde op vervelend doen; volgens de leerlingen van de vijfde ben ik best chill: je kunt met haar lachen, ze moppert nooit, zeurt nooit en is nooit uit haar humeur. (Tsssss, zei mijn zoon. Over wie gaat dit?) In elk geval: ik kon die leerlingen stuk voor stuk wel zoenen, maar omdat dat de volgende resultaten negatief zou beïnvloeden heb ik het achterwege gelaten. Mijn ouders bellen wel. Niemand is ooit zo trots als je ouders; maakt niet uit hoe oud je bent.
En toen werd het donderdag en moest ik mijn brugklas twee uur lang onderwijzen over woordsoorten. Lastige materie. Wát een rotles. Inmiddels weet ik: als er één dingetje fout gaat, als je een keer struikelt aan het begin, dan komt het die hele les vaak niet meer goed. De vier drukste jongens van de klas, waar ik het inmiddels eigenlijk behoorlijk goed mee kan vinden, had ik de les daarvoor uit elkaar gehaald omdat hun gedrag storend was. Ze wilden weer naast elkaar zitten, maar dat mocht niet van mij. Gevloek, en hard ook. Daar reageerde ik niet al te subtiel op. Bezig met de jongens ontstond buiten mijn blikveld, aan de andere kant van de klas, een opstootje omdat Cis de tas van Yasmina van tafel gooide (Per ongeluk! Expres!), waarbij alles eruit viel. Ook fietslampjes, waarmee Ethan door de klas ging lopen, aan, uit, aan, uit, tot het ding het niet meer deed, waarna Yasmina bij mij verhaal kwam halen. Sadi schreeuwde dat ze een snitch was, en Barry ging op de verwarming timmeren en na drie waarschuwingen nog steeds en toen moest hij eruit, en was ik zo dom om in discussie te gaan met een paar andere leerlingen over of dat nou wel een redelijke straf was, en inmiddels waren de braafste kinderen van de klas ook afgehaakt, want een lekkere les Nederlands zat er niet meer in. Daarna brak buiten het onweer los, en zwiepten regen en takken akelig hard tegen de ramen. Het was duidelijk: het zonnige deel van de week was voorbij.
De lege VIL-blaadjes voor die klas heb ik maar weer in mijn tas gemoffeld.
De komende les komt Mirjam van Leeuwen kijken. Au. Hopelijk vergeet ze haar kogelwerende vest niet…