Bart:
Elke dag zoek ik naar een eurekamoment voor leerlingen
Al op jonge leeftijd (ik was heel leergierig) had ik het docentschap in me. Op de basisschool hielp ik anderen graag met de lesstof als ze iets niet begrepen. Spreekbeurten vond ik leuk en deed ik vrijwillig. Ik werd zelfs gevraagd om een spreekbeurt op een andere basisschool te geven.
Piloot worden
Toen ik tien jaar was, begon ik met volleyballen. Drie jaar later werd ik gevraagd als trainer. Ik trainde spelers die slechts een jaar jonger waren dan ik. Vanaf het begin werd ik als trainer geaccepteerd en ik gaf vijftien jaar volleybaltraining aan allerlei leeftijdscategorieën. Kortom: het lesgeven zit me in het bloed. Doordat ik opgroeide in een dorp dicht bij een luchtmachtbasis fascineerden vliegtuigen me altijd en ik wilde dan ook piloot worden. Dat is niet zo gelopen en achteraf ben ik daar blij om. Mijn liefde voor techniek en natuurkunde is wel gebleven.
Na het behalen van mijn vwo-diploma had ik de keus om de opleiding ALO (docent lichamelijke opvoeding) of SGM (Sport, Gezondheid & Management) te volgen. Destijds waren er weinig banen in het onderwijs, dus koos ik voor SGM. Door de economische crisis veranderde de arbeidsmarkt en ineens waren er managers in overvloed, maar docenten juist niet. Na een aantal verschillende beroepen, van filiaalmanager in een telecomwinkel tot logistiek medewerker, hoorde ik op de radio steeds over de tekorten in het onderwijs. Ik wilde het onderwijs graag helpen, dus solliciteerde ik bij verschillende scholen en werd aangenomen op het Theresialyceum als Technisch Onderwijs Assistent (TOA).
Leraar, elke dag anders
Elke dag is anders in het onderwijs. Samen met natuurkundedocenten bereid ik als TOA verschillende practica voor en leerlingen weten mij ook te vinden met vragen over zowel praktijk als theorie. Als TOA sta ik vaak samen met een docent in de klas. De interactie met leerlingen en het aanbieden van lesstof vind ik geweldig. Daarom ga ik dagelijks met plezier naar school. Natuurkunde is een geweldig vak. Ik wil graag mijn bevoegdheid als docent natuurkunde halen.
Elke dag zoek ik naar een eurekamoment, zodat alles iets duidelijker wordt voor leerlingen. Dit geldt niet alleen voor de leerstof, maar ook voor gesprekken met leerlingen buiten de lesstof om. Elke leerling is een individu met een eigen identiteit, hier speel ik graag op in.
‘Leraar, elke dag anders’, is een oude slogan die ook nu nog helemaal klopt met de praktijk. Mijn tip voor beginnende docenten is om in de klas niet boven leerlingen te staan, maar een positie tussen leerlingen in te nemen. Dat creëert onderlinge waardering en geeft plezier voor iedereen.’